Risicoperceptie Nederlanders: kans op sterven 15 tot 425 keer groter dan in realiteit

Een geschat sterftecijfer (IFR) van meer dan 50%?

Opiniepeiler Maurice de Hond keek naar de risicoperceptie van de Nederlanders van Covid-19 half maart:

Half maart stelde ik via Peil.nl vast dat 43% van de Nederlanders dacht dat ze een kans van meer dan 50% hadden om besmet te geraken. Ongeveer een derde van de Nederlanders was bang dat als ze besmet zouden raken dat voor hen fataal zou zijn. Bij de Nederlanders tussen 55 en 64 jaar was dat 50% en tussen 65 en 80 jaar was dat 60%.

Een fors deel van de Nederlanders had toen, laten we het maar noemen zoals het is, primaire doodsangst. En volkomen begrijpelijk door het nieuws dat op hen afkwam.

Half juni heeft de onderzoeker een peiling gedaan om een indruk te krijgen hoe de perceptie was van Nederlanders van de gemiddeld ingeschatte stervenskans:

Even een korte uitleg van de kolommen:

“Werkelijke stervenskans”:  dat is de kans dat iemand van die leeftijd als hij/zij besmet raakt, overlijdt.

“Gem. ingesch. stervenskans”: alle ondervraagden van die leeftijd hebben een schatting gemaakt van hun kans op overlijden als ze besmet raken. Dit is het gemiddelde van al die antwoorden.

“Mate van overschatting stervenskans”: hierbij is de schatting van de stervenskans gedeeld door de werkelijke stervenskans.  De waarde 500 betekent dus dat men die kans 500 keer te groot inschat.


Minstens 15 keer zo groot

Maurice de Hond over de tabel:

U ziet hier hoeveel hoger de Nederlanders hun risico om te sterven aan een besmetting inschatten dan dat het werkelijk zo is (Nog los van de kans om überhaupt besmet te worden).

Bij de Nederlanders onder de 45 jaar schat men die kans meer dan 425 keer zo groot in. Bij mensen tussen de 55 en 64 jaar is dat een factor van 65. En bij Nederlanders tussen 65 en 80 jaar is dat 15.

Bron: Wanneer komen we weer bij zinnen?, MauricedeHond.nl, 17 juni 2020, (vette opmaak toegevoegd)

Bovenstaande citaten zijn onderdeel van de overzichtspagina Context.